Wat is een gezinshuis?
Gezinshuizen zijn een kleinschalige vorm van jeugdhulp waarbij een of meerdere kinderen tussen de 0 en 23 jaar worden opgenomen in het eigen gezin van de zogenaamde gezinshuisouders.
In het gezinshuis bieden deze ouders 24 uur per dag, 7 dagen in de week verzorging, opvoeding en begeleiding.
In gezinshuizen krijgen kinderen een zo normaal mogelijke opvoeding, maar wordt
zo nodig ook voor extra (ambulante) behandeling gezorgd.
Een gezinshuis is een vorm van hulp tussen pleeggezin en leefgroep in.
Het verschil met pleegzorg is dat er in een gezinshuis sprake is van een professionele opvoeder; deze opvoeder is er altijd.
Dit onderscheidt gezinshuizen van leefgroepen, waar jeugdigen worden opgevoed door meerdere beroepsopvoeders die in wisseldiensten werken.
De meeste kinderen hebben voor het gezinshuis in een leefgroep of pleeggezin gewoond; vaak hebben ze meerdere overplaatsingen achter de rug.
Slechts een kwart van de kinderen komt rechtstreeks uit het eigen gezin. Bij twee derde van de jeugdigen is een kinderbeschermingsmaatregel uitgesproken.
De doelen van een gezinshuisplaatsing lopen uiteen van het verminderen van
gedragsproblematiek en opgroeien tot volwassenheid tot terug naar eigen gezin of pleeggezin en voorbereiden op (begeleid) zelfstandig wonen.
Continuïteit in de opvoedingsrelatie is een zeer sterk punt van gezinshuizen,
omdat het de kinderen de gelegenheid geeft om een gezonde hechtingsrelatie
te ontwikkelen.
Andere sterke punten zijn: kleinschaligheid, aandacht voor het individu, maatwerk
in de begeleiding en accent op het normale leven.